Deus ex Machina – nabeschouwing

Deus ex Machina – nabeschouwing door de gastkunstenaars

Na twee intense zondagen kan het geen kwaad om even de balans op te maken van de tentoonstelling Deus ex Machina. Op de eerste plaats vroegen we aan de twee gastkunstenaars, Frank Gryffroy en Stefaan Vanhoutte, of de tentoonstelling bijgedragen heeft tot hun persoonlijke ontwikkeling als kunstenaar.

Voor Frank was het inruilen van de minimale omkadering tijdens de live-sessies op de Gentse Feesten voor een vast opgebouwde setting in de grote ruimte van deWeverij even wennen. Ook het live tekenen is er niet helemaal van gekomen doordat de vele bezoekers aandacht vroegen. Tijdens de gezamenlijke opbouw kwamen gesprekken op gang over hoe werken zich tot mekaar verhouden, zowel inzake afwerkingsgraad, formaat als positionering in de grote ruimte op zich. Frank:”Tijdens de gezamenlijke opbouw van de tentoonstelling  kwamen we tot bepaalde inzichten, en zo ook dat “schoon scheef” niet altijd zo “schoon” is zoals het spreekwoord zegt.”

Gesamtkunstwerk ‘Icarus’

Voor Stefaan hield de samenwerking ook in: “het naar elkaar toe groeien en samen je werk krachtiger maken.” Dat vertaalde zich ook in het tot stand komen van het Gesamtkunstwerk op initiatief van Marc Mestdagh, met als bedoeling om bij de ingang een gemeenschappelijk verhaal te brengen rond Deus ex Machina. Het drieledige werk, met de titel Icarus, relativeert in zekere mate het concept van de goddelijke interventie, maar liet niettemin ruimte voor een collectieve kracht van de getoonde werken. Dit vertaalde zich onder meer in verwarring bij de bezoeker. Stefaan: “Was dit nu een werk van mij of van een andere kunstenaar, dacht men soms. De draad was dun, maar was rood en liep perfect door tussen iedere creatie in de prachtige ruimte.” Frank maakt gewag van een ‘samen-sterk’ gevoel en ervaarde het Gesamtkunstwerk “als de kers op de taart”.

We peilden ook naar de perceptie van de interactie met de bezoekers. Voor Frank bleef vooral een grote dankbaarheid nazinderen voor de grote opkomst en de lovende woorden die leiden tot “een zekere fierheid en bevestiging verder te mogen doen zoals we bezig zijn. De mooiste woorden die ik te horen kreeg waren: ‘Jouw werken zie ik als zuurstof voor mijn ogen’. Dat opent in elk geval ook mijn ogen en ik neem graag de zuurstof op om vrij en zonder remmingen mijn eigen fantasiewereld verder te ontdekken.”

Voor Stefaan werden niet enkel de werken in dialoog geplaatst, ook de bezoekers, waaronder nieuwsgierige collega-kunstenaars, gingen graag dieper in op de werken: “Zij die kunst beheersen spreken nu éénmaal makkelijker een zelfde taal, wat vragen oproept over het hoe en waarom van materiaal en technieken. Heel boeiend voor mij als kunstenaar.” Maar evenzeer werd geluisterd naar bezoekers, hoe zij hun eigen verhaal maken of bevestiging zoeken bij de kunstenaar of net niet. “Een bezoeker kan in stilte binnenkomen en in stilte verdwijnen. Jammer, want ik wil niet liever dan mijn gekregen gave als kunstenaar ter beschikking stellen van de bezoeker. De keuzes waarmee ik speel, waarbij ik fantasie en verwarring elkaar laat ontmoeten en de magie die hieruit ontstaat wil ik graag teruggeven aan de toeschouwer.”

(Marc Mestdagh, 14/11/2024)

En nog een poëtische reflectie van kunstenaar Stefaan Vanhoutte: “DeWeverij weefde in het rond en de bobijngaren raakten tot in mijn atelier in Lievegem. Daar breiden we verder aan het warme deken die viel over de tentoonstelling Deus ex machina. Warme zielen stapten over de lage dorpel van de fabriek in rust. Terugschakelen naar een lagere vitesse om uiteindelijk op volle kracht tussen goden en machines mijn werken te laten overvloeien in de mensenruimte. Stof tot nadenken blijft plakken aan mijn huid. Dank aan kunstenaar en bezieler Marc Mestdagh en woordenfluisteraar Isabelle Larmuseau.” (FB, 18/11/2024)